‘Wat is het ergste dat u heeft mee gemaakt?’. Een vraag die regelmatig aan mij gesteld wordt. Het maakt niet uit waar ik op dat moment ben, Limburg, Noord-Holland of Friesland. Overal zijn er wel mensen geïnteresseerd in wat ik mee maak. Iemand die me kent weet dat mijn ogen dan gaan stralen, want ik vertel graag over mijn vak. Het gaat je al snel een uurtje extra kosten, want ik ben niet zomaar uitgesproken.

Eerlijk gezegd weet ik niet zo snel te bedenken wat nu eigenlijk het ergste is. Denk ook niet dat dat zo veel uit maakt. Er zijn in de loop der jaren vele dingen in de uitvaart veranderd. Zo ook de technieken om iemand op te kunnen baren. Ik denk dat ik met mijn concept de laatste jaren een positieve bijdrage heb kunnen leveren. Het assisteren van uitvaart ondernemers, justitie en nabestaanden. Het maakt voor mij niet uit wie er belt, als ik kan helpen, dan doe ik dat. De vrijheid van ZZP zijn, onafhankelijk en neutraal.

De voormalige ambulance waarmee en waarin mijn werkzaamheden uitvoer, wordt steeds meer geaccepteerd. Natuurlijk begrijp ik dat de wagen best geel, groot en opzichtig is, maar waardeer me om wat ik kan. Uitvaartondernemers rijden met vlaggetjes, een politie auto met striping, en ik rijd in een gele bus. Allemaal om een mooi stukje dienstverlening te kunnen bewerkstelligen.

Ik wil iedereen bedanken die mij in de afgelopen 2 jaar heeft ingezet om nabestaanden te kunnen helpen. Ook de komende jaren blijf ik mijn kennis delen, zet ik mijn werkzaamheden voort en help ik eenieder die het wil om een waardig afscheid te realiseren.

Een oprecht dankjewel!

Contact gegevens Special Death Care

Thanatopraxie is een moeilijk woord om uit te spreken en de praktijk blijkt het vaak nog moeilijker om het uit te leggen. Veel mensen wijken uit naar het woord balsemen of lichte balseming. Met regelmaat wordt Special Death Care gevraagd om deze behandelingen uit te voeren. Een thanatopraxie behandeling is een behandeling waarbij het bloed van de overledene wordt vervangen door een andere vloeistof. Dit kan zijn om een overledene cosmetisch op een betere kleur te krijgen, maar ook omdat bijvoorbeeld de uitvaartleider de nabestaanden een mogelijkheid wil bieden om de overledene ongekoeld op te baren.

Als ik wordt ingezet om deze behandeling uit te voeren, dan ga ik eerst in gesprek met de nabestaanden. Het komt zelfs voor dat ik eerst een 'voor gesprek' aan ga met de patiënt die terminaal is en die wil gaan kiezen voor een thanatopraxie behandeling. In mijn hoofd is het namelijk uitermate belangrijk dat de patiënt of nabestaanden op een juiste manier worden ingelicht voordat ze een keuze gaan maken. Een keuze die past bij hun gevoel en het gevoel waarvan ze denken dat het beste bij de overledene past.

Met regelmaat zie ik grote verbazing bij nabestaanden als ik eerlijk vertel wat thanatopraxie nou eigenlijk is. 'Zie het als een soort nier dialyse, waarbij we vloeistof door het lichaam spoelen. Om dit te kunnen doen moeten we ingrijpen in het lichaam. Eén of meerdere slagaders worden geopend om de vloeistof te injecteren. U begrijpt..... het heeft helemaal niets met insmeren van het lichaam te maken'.

Want hier gaat het vaak fout. Een uitvaartleider die niet eerlijk en open verteld wat thanatopraxie is, zou de familie een keuze kunnen laten maken waarvan ze spijt krijgen. Test het eens binnen je eigen kennissen kring en vraag eens wat balsemen is. Ik schat dat 80% begint over insmeren, terwijl ze met hun handen en armen de beweging maken alsof ze crème over hun armen smeren. Begrijp je de verontwaardiging en de teleurstelling bij de nabestaanden als ze tijdens de verzorging zien dat er ineens in hun dierbare is gesneden?

Nee, insmeren is niet voldoende om een overledene ongekoeld op te kunnen baren. Daar komt echt iets meer bij kijken. Een behandeling kost circa 2 uur intensief bezig zijn, weten wat je doet, geconcentreerd vloeistof injecteren om het beste resultaat te behalen. Kennis, juiste vloeistof keuze, goed gereedschap en ervaring zijn ingrediënten die een opbaring positief kunnen beïnvloeden. Laat een thanatopracteur in gesprek gaan met de aanvrager. Een thanatopracteur stelt de juiste vragen, geeft tips en denkt mee om samen een zo goed mogelijke opbaring te realiseren. Medicijn gebruik, doodsoorzaak, postuur, conditie van het lichaam, het zijn allemaal factoren die de keuze kunnen beïnvloeden.

Indien je van jezelf weet dat je onvoldoende kennis hebt over deze behandeling, zou ik je adviseren je eerst in deze materie te verdiepen alvorens het bij de families bespreekbaar te maken.  Indien je denkt er veel vanaf te weten, laat je dan eens testen door een thanatopracteur. Zo voorkomen we teleurstelling.

thanatopraxie

Ik had er al iets over gehoord, de geruchten gingen al rond via de app. ‘Heb je het al gehoord, er schijnt zich iemand van het leven te hebben beroofd. Weet jij meer?’ Terwijl ik dit lees vraag ik me in mijn hoofd af waarom een mens zo in elkaar zit, dat nieuwsgierigheid sommige drempels kunnen verlagen. Wat maakt het je beter om te weten of er iemand zelfmoord heeft gepleegd?  Waarom wordt de drang om het te weten zo groot dat ik er appjes over moet ontvangen.

Ik klik de app zonder te beantwoorden weg en vervolg mijn weg richting huis. Het is al weken nat buiten, de smalle binnenwegen maken er het door de bieten campagne niet beter op. Modder maakt de berm zacht en de regen zorgt er voor dat ik straks weer de wagen kan wassen. Net voordat ik de oprit op draai, toetert er een wagen. Ik schiet een beetje in de lach en denk aan wat me ooit verteld is door een goede vriend. Het leuke van een toeter is dat –zonder dat je de persoon ziet- vaak al weet of het een vriendelijk gebaar is, of iemand in de stress, boos of kwaad. Een eentonige klank, die aan de manier van gebruik laat weten hoe de ander zich voelt.

Er gaan drie dagen voorbij zonder dat ik terug denk aan de app over de zelfdoding. Een bericht rechtstreeks van een familie herinnert me weer terug aan de vraag of ik meer weet. Het bericht die ik ontvang is warrig en begrijp niet helemaal wat er wordt bedoeld. Iets met zelfdoding, een gezicht die beweegt en een vriezer. Ik twijfel geen seconde en besluit het nummer te bellen. Eigenlijk voordat de telefoon is over gegaan wordt er opgenomen met een zacht ‘Hallo’.

Nadat ik verteld heb wie ik ben, hoor ik het verhaal aan. Een huilende moeder vol verdriet verteld me dat haar dochter 3 dagen geleden is gevonden in de schuur. Ze had zich zelf van het leven beroofd en de buurman had haar gevonden. Vol aandacht laat ik haar het verhaal doen, luisteren wat er is gebeurd, maar zeker luisteren en proberen uit te zoeken waarom ze me benaderd. Om me beter te concentreren zet ik de muziek wat zachter, druk de telefoon dichter tegen mijn oor en luister vol aandacht.

De dame aan de andere kant van de lijn vervolgt haar verhaal. ‘Het was een lieve meid, maar ze had zo veel problemen, ze heeft voor de zelfdoding nog afscheid genomen van haar paard’. Omdat het gesprek niet daar komt waar ik naar toe wil stel ik de vraag maar iets directer. ‘Mevrouw, wat is de reden dat u mij heeft benaderd’? Ze raakt volledig overstuur en geeft de telefoon aan haar man. Hij komt direct ter zake. ‘We denken dat haar gezicht beweegt, maar dat zou niet kunnen want ze is al zeker 4 dagen dood. Nu wil de uitvaartleider haar naar de vriezer brengen, maar we willen haar tegen beter weten in graag thuis houden. Het is ons meisje’.

Dit zijn van die momenten die er ook bij mij even in hakken. Je voelt het verdriet van de ouders en tegelijkertijd de wanhoop van hun dochter. Mijn hersenen schakelen snel, zeer snel. Zelfdoding, paard, schuur en een bewegend gezicht. Eigenlijk kan dat maar 1 ding betekenen….. Maden.

Subtiel probeer ik uit te leggen dat ik de overledene zou moeten zien om een oordeel te kunnen geven over de mogelijkheden die ik zou kunnen bieden. Ik leg uit dat ik met een grote gele auto kom, met de tekst Special Death Care. Hij aarzelt geen moment en zegt dat dat de reden is dat ze rechtstreeks contact met me hebben gezocht. ‘U bent onze laatste hoop’ zegt hij met een bibberende stem.

Een uur later zit ik bij de familie aan tafel. De gespannen sfeer is voelbaar, je ruikt de dood in het huis. Een geur die je leert herkennen als je lang in het vak zit. Als ik het huis goed observeer zie ik hier en daar een blauw/ groene vlieg. Het bevestigt mijn vermoeden dat het waarschijnlijk gaat om maden die het gezicht kunnen  laten bewegen. Tijdens het gesprek staat de moeder op, loopt naar een kastje in de keuken, trekt een lade open en komt met een stuk verfrommeld stuk papier. ‘Dit is wat de politie heeft gevonden’ en geeft me het stukje papier. Rillingen gaan even over mijn rug omdat ik drommels besef dat het gaat om de afscheidsbrief.

In de riante woonkamer zie ik een witte kist. ‘Zou ik naar haar toe mogen’ vraag ik met duidelijke stem. De zakelijke kant komt bij me naar boven. Even het emotionele aan de kant, duidelijk communiceren, kijken of je wordt begrepen. Geen onzin, recht doorzee aangeven wat je voor de nabestaanden kunt betekenen. Een knikkend gebaar van moeder geeft me de bevestiging dat ik naar de kamer mag gaan.

In de witte kist ligt een jonge vrouw. Ook hier kijk ik vak-technisch naar de dingen die ik zie en ruik. Ingedroogde neus, ingedroogde vingers, blauw hoofd , groene waas rondom haar mond en wit suiker korrelige structuur in de ooghoeken en neus gaten.  Het is me duidelijk. De ontbinding is ingezet en het bewegen van het gezicht zijn maden die onderhuids aanwezig zijn.

Alles begint in te dalen en krijgt een plekje in mijn hoofd. Ze is op dit moment niet meer toonbaar maar de familie wil haar zo lang als het kan bij haar houden. Het advies van de uitvaartondernemer haar naar een vriezer te brengen begrijp ik, maar dat is niet de wens van de familie. De wens is haar thuis te houden en daar zet ik me dan volledig voor in.

Omdat ik de uitvaartleider goed ken, besluit ik contact te zoeken. Ik leg aan haar uit wat mijn bevindingen zijn, en dat ik volledig begrijp waarom ze heeft voorgesteld haar uit huis te halen. Op de vraag waarom ze geen bodyseal heeft voorgesteld aan de familie ontstaat een stilte van enkele seconden. ‘Bodyseal zeg je? Je bedoelt een bodybag?’ Het wordt me duidelijk dat ze niet volledig op de hoogte is van de technieken die ik de familie aan kan bieden. ‘Bodyseal is het lucht dicht en vloeistof dicht verpakken (sealen) van een lichaam. Je kunt haar dan niet meer zien, maar ze kan wel thuis blijven. Dit is immers wat de familie wenst. Ik kan dit thuis voor de familie doen’.

Omdat de uitvaartleider niet volledig op de hoogte is van deze techniek, besluit ik zelf te gaan overleggen met de familie. In alle rust ga ik het gesprek aan met beide ouders. De buurman heeft zich bij het gesprek gevoegd en steunt de vader door zijn hand op de schouder te leggen. Als duidelijk wordt dat ze thuis kan blijven, ontstaat er een volledig andere sfeer. Je ziet het aan de gezichten, het gedrag en de manier waarop er wordt gesproken dat er rust is gekomen. Een rust die lijkt alsof er iets is gewonnen.

Nadat de bodyseal is uitgevoerd leg ik alvast de deksel op de kist. Ik vraag of de ouders misschien zelf de kist willen sluiten door de knoppen in de kist te draaien. Een symbolische manier om afscheid te nemen. Even wordt ik week bij het zien dat ook de buurman een knop in de kist mag draaien. Ik verneem dat mijn zakelijke kant weer richting de emotionele kant gaat. Juist deze combinatie –het zakelijke gecombineerd met het emotionele- maakt dat ik het werk zo graag mag doen.  

Bodyseal Special Death Care

De klinische les vandaag 16 november 2017 in de aula van Damwâld was een leerzame ochtend. Meer dan 30 personen die altijd klaar staan voor de laatste verzorging werden bijgeschoold door Edwin Spieard van Special Death Care. Hij is ervaren in datgene waar de basisverzorging niet meer voldoende is. Zijn ervaring is oa bij ziekenhuizen, MH17, mensen met zelfdoding en verminking, rampenteam Duitsland etc opgedaan.
Als men een thuisopbaring wil kan er heel veel geregeld worden. Dat bleek vanmorgen ook wel uit zijn verhaal.
Samen met uitvaartzorg Zeilinga, Marjanna uit Dokkum en Edwin van Special Death Care werd een boeiende ochtend georganiseerd. Vele vragen kregen antwoorden en veel informatie is weer opgeslagen voor de komende tijd. De groep afleggers in de regio Noord-Oost Fryslan is weer bijgeschoold

(ingezonden stuk en met toestemming geplaatst)

klinische les overledenen verzorging

Op 6 en 7 december 2017 is speciaal voor verpleegkundigen en verzorgenden Nursing Experience in de Reehorst te Ede. Ook Special Death Care en Nu'91 zijn daar met een spetterend team aanwezig. Oefen skills zoals reanimeren, infuus prikken, venapunctie, agraves verwijderen en nog veel meer...Special Death Care is aanwezig om uitleg te geven over specialistische postmortale zorg. Kom ook!

Nursing en Special Death Care

Het is een beeld die je niet snel vergeet. Een volwassen vrouw op leeftijd, onder aan de trap, volledig in elkaar gewrongen in een positie waarvan je niet wist dat je dat als mens zou kunnen hebben. Ze ligt met haar hoofd omlaag en rondom haar hoofd ligt een grote plas bloed. Een plas bloed die niet met het leven verenigbaar is. Eigenlijk ligt ze voorover in de foetus houding, haar benen omhoog verwrongen nog op de trap.

Op de voordeur hangt een papiertje met de tekst: Achterom s.v.p. Bij het zien van de overledene begrijp ik waarom, de voordeur wordt geblokkeerd door een arm die tegen de dorpel aan ligt. Bij het zien van dit beeld schudt mijn lichaam even heen en weer, kippenvel kruipt vanuit mijn nek over mijn rug en armen.

In de keuken praat ik met de zoon. Hij heeft haar vanochtend gevonden. ‘Ze nam de telefoon niet op, dat is niks voor moeder’ zegt hij met een verdrietig en geschrokken gezicht. ‘De voordeur wilde ook niet helemaal open, alsof er een grote veer met tegendruk de deur dicht wilde houden’. Ik begrijp wat hij zegt en zie het beeld van haar arm tegen de deur nog even weer voor me.

Terwijl ik naar hem luister zie ik op het aanrecht een A en B formulier liggen. Het A formulier is het formulier dat de arts na de schouw ondertekend. De arts zet hierop een handtekening als hij of zij er van overtuigd is dat de dood ten gevolge van een natuurlijke oorzaak is ingetreden. Ik schud nogmaals eens snel met mijn hoofd heen en weer en probeer even op een rij te krijgen wat er zich hier allemaal heeft afgespeeld.

Voorzichtig loop ik terug naar de overledene die zich nog steeds onder aan de trap bevindt. Ik zie een fikse hoofdwond, de leuning nog vast aan de muur. (Soms zit de leuning los als men boven aan de trap onwel wordt en door de val de leuning van de muur trekt). Er flitst van alles door me heen. Een val, een hoofdwond, een patiënt in foetus houding hangend onder aan een trap én een formulier waarop de huisarts heeft aangegeven dat hij/ zij er van overtuigd is dat de dood is ingetreden ten gevolge van een natuurlijk oorzaak.

In de keuken vraag ik of ik aan mag schuiven. Belangstellend vraag ik naar het verhaal van de schouw, nieuwsgierig naar het vast stellen van dit overlijden. De zoon verteld zijn verhaal en kom uiteindelijk terecht op het punt waar ik zo vreselijk nieuwsgierig naar ben geworden. ‘De huisarts is geweest om de dood vast te stellen. Hij zei dat ie niks meer voor haar kon betekenen’. Een kloppend maar verbazingwekkend verhaal. Een behandelend arts is bevoegd een verklaring van natuurlijk overlijden af te geven, dat is juist. Maar ik ben zo benieuwd hoe de schouw in zijn werk is gegaan. Is de GGD (forensische arts) ingelicht? Is de politie geweest? Immers….. er ligt iemand onder aan een trap, die zelf niet kan aangeven of ze gevallen of geduwd is.

Wat ik nog veel onbegrijpelijker vindt in deze situatie, is de manier waarop het vast stellen van een natuurlijk overlijden tot stand is gekomen. Het lichaam is mijn inziens niet onderzocht. Ze ligt gekleed en nog in de houding waarin ze is terecht gekomen na haar val. Een beetje respectloos vind ik het zelfs om iemand zo te laten liggen. In mijn hoofd vraag ik me af of deze arts zich bewust is van het extra leed wat hij deze familie aan heeft gedaan. Moeder laten liggen in haar eigen bloed, verwrongen tot een hoopje mens. Waarom niet even recht leggen, desnoods op een dekbed in de hal. De lijkstijfheid en de enorme verkleuring zullen voor de nabestaanden niet als prettig worden ervaren, en nou druk ik me nog maar voorzichtig uit denk ik.

Eigenlijk ben ik ook van mening dat de arts een correcte schouw had moeten uitvoeren. Het lichaam ontkleden, onderzoeken en uitsluiten of er toch niet ergens een mes tussen de ribben steekt. Indien er vooraf aan deze schouw al twijfels waren ontstaan over de doodsoorzaak, dan is het raadplegen van een forensische arts een eerst volgende stap, alvorens het lichaam te verplaatsen of te onderzoeken.

Nu ben ik geen arts, geen forensische arts en werk niet bij justitie, maar reageer vanuit mijn menselijk gevoel. Ik probeer me te verplaatsen in de situatie, de nabestaanden en de overledene. Waarschijnlijk is diegene die de overledene schouwt -of de laatste verzorging geeft- de laatste persoon die het op kan nemen voor de overledene. Een volledige schouw kan een natuurlijk overlijden veranderen in een níet natuurlijk overlijden. Een val van een trap waarbij de hoofdwond -veroorzaakt door de val- de doodsoorzaak is, valt immers onder een niet natuurlijk overlijden.

Ik ben me bewust dat een arts niet overal van op de hoogte kan zijn. Het is ook geen wijzende vinger richting deze groep, absoluut niet. Er zijn gelukkig heel veel artsen die een schouw uiterst perfect uitvoeren. Voor de groep die niet helemaal op de hoogte is, vraag ik me af of er belangstelling zou zijn om een voorlichting te organiseren waarbij ik artsen een beetje op weg help. Deze belangstellenden iets vertel over de verkleuring, hecht technieken, lijkstijfheid en het verschil tussen natuurlijk en niet natuurlijk overlijden. Tevens zou ik jullie op de hoogte kunnen brengen van de nieuwste technieken, denk aan thanatopraxie (bloed vervangen door chemicaliën waardoor iemand ongekoeld opgebaard kan worden) en het verwijderen van diverse stimulatoren die in het lichaam zijn aangebracht, maar die voor de crematie weer moeten worden verwijderd.

Indien er belangstelling mocht zijn, dan verwijs ik graag naar de button –klinische les- en zie alle besproken onderwerpen.

 

klinische les

Een mooie zwoele avond in augustus. Nadat ik heb gezwommen in het bos probeer ik thuis een klein kampvuur te maken. Hier en daar wat kleine takjes en zonder aanmaakblokje probeer  ik vuur te maken. Liggend op mijn knieën blaas ik in de rookontwikkeling. Kleine vlammetjes spelen op en in gedachten zeg ik tegen mezelf –als het knettert, dan gaat het goed-.  Hier en daar spatten wat vonkjes omhoog.

Niet veel later zit ik met een kop koffie bij een warm vuur. Kijkend in de veranderende vlammen laat ik in mijn hoofd de week nog eens passeren. Het was een rare week, volop werk, maar deze zwoele avonden zorgen er voor dat het mijn werk er niet eenvoudig op maakt. Je vergt van jezelf telkens het uiterste om nabestaanden zo goed mogelijk bij te staan door te luisteren naar hun wensen.

Eén van de dingen die me deze week is bij gebleven is een mevrouw die –nog voordat ik ben uitgestapt- op me af loopt. Met de woorden ‘ik wil wel graag een week met u mee’ begon ons gesprek. ‘Goedemiddag mevrouw, dus u wilt wel graag een week met mij mee’ vraag ik verbaasd. Volmondig en met een stralend gezicht bevestigd ze mijn vraag. ‘Dat is heel lief, maar wat doe ik dan in zo’n week denkt u’? Een vraag die ik regelmatig terug stel aan belangstellenden.

Ze kijkt me een beetje geïrriteerd aan en wijst naar mijn voormalige ambu.  ‘Staat op uw auto’ zegt ze. ‘U ziet allemaal extreme gevallen, dat wil ik ook wel’. Ik tel in mijn hoofd tot 10 voordat ik probeer een gepast antwoord te geven, maar bij de 2e tel vliegt het er al uit. ‘U bent dus een sensatie zoeker’?

Haar kleur verandert van normaal naar rood. Ze schiet in de verdediging en probeert me te overtuigen dat dat helemaal niet is wat ze bedoeld. Ik zie dat ze zich vreselijk ongemakkelijk begint te voelen en vraag haar om te vertellen wat ik volgens haar zoal mee maak in een week.  Eigenlijk is het enige wat in haar op komt het woord –ongevallen-.

Haar vraag verbaast me eigenlijk niets. Ik hoor het wekelijks, krijg vele brieven en mail met de vraag of het mogelijk is een dag met me mee te gaan op de auto omdat ik de speciale gevallen zie. Een verminkt lichaam is waarschijnlijk boeiend voor velen, voor mij is het een familie die veel ellende door maakt.

Aangezien ik ruim in mijn tijd zit probeer ik een gesprek op gang te brengen.  De linker voordeur van de auto zet ik iets verder open, draai mijn billen op de stoel naar links en zet mijn benen op de treeplank. Voor mij een houding die comfortabel aan voelt. Ze komt dichterbij me staan en pulkt met haar vingers wat aan haar nagels.

Heel subtiel probeer ik uit te leggen waar Special Death Care nu eigenlijk voor staat. Specialistische overledenen verzorging.  Verwijderen van een ICD, reconstructies, thanatopraxie, airbrush of het verzorgen van een klinische les behoren ook tot mijn werkzaamheden.

Met mijn kennis probeer ik nabestaanden de mogelijkheid te geven om afscheid te nemen van hun dierbare. Soms ontstaan er problemen tijdens de opbaring, waardoor een overledene door bacteriegroei te snel in ontbinding raakt. Via een specialistische behandeling probeer ik de bacteriën iets te versuffen.

Vanzelfsprekend zie ik verkeersslachtoffers tijdens mijn werk, moord en doodslag. Ik stel haar de vraag wat er nou zo boeiend is om verkeersslachtoffers te zien? Wat wordt je er wijzer van? Verminkte lichamen, verbrijzelde kinderschedeltjes, verkoolde echtparen. Ik benoem het maar gewoon zoals ik ze in werkelijkheid aan tref. Ze steekt een vinger in haar mond, bijt er een nagel af en de onderlip begint iets te trillen.

‘Eigenlijk heeft u wel gelijk, ik was me er niet van bewust dat u altijd in emotie uw werkzaamheden moet verrichten’. Haar hoofd zakt iets verder naar beneden. ‘U moet wel heel sterk zijn om dit te kunnen doen’. Heel even valt er een stilte, haar hoofd komt weer omhoog en in haar waterige ogen zie ik verdriet. Ik omschrijf het als plaats vervangend verdriet, verdriet wat zij nu verwerkt omdat ze zich in kan beelden wat nabestaanden voelen bij een verlies.

Ik stap uit de wagen, geef haar een flesje water met een tissue. Als ze weer een beetje terug is op aarde, probeer ik uit te leggen hoe ik hier voor mezelf mee om ga. En laat ik eerlijk zijn, het is in mijn hoofd ook niet altijd een punica oase (voor de ouderen onder ons). Het komt ook bij mij wel eens hard binnen. Schreeuwend verdriet, in elkaar zakkende ouders, vechtpartijen tijdens een confrontatie, het is me allemaal niet vreemd.

Ze bedankt me voor het fijne gesprek en wenst me veel succes. Met het flesje water en de tissue stapt ze op haar fiets. Als ze uit mijn gezichtsveld is verdwenen stap ik achter in mijn mobiele unit om mijn spullen op de brancard te leggen. De klus is immers nog niet geklaard. Ik neem nog snel een slok over datum sinas (dat zijn de besten) en rol de brancard uit de wagen. Bij het sluiten van de deuren stopt er een wagen naast de mijne. Het raam zakt naar beneden en een oudere dame steekt haar hoofd uit het raam. ‘Meneer…. Meneer…. Ik zou wel graag een keer met u mee willen….’

 

verminkte lichamen