Met zijn bijzondere bedrijf Special Death Care maakt Edwin Spieard uit Kopstukken het onmogelijke toch mogelijk. Hij geeft verminkte lichamen hun identiteit terug en zorgt dat nabestaanden afscheid kunnen nemen.

De bijna 50-jarige Edwin Spieard wilde als kind wel bij de politie of brandweer. ,,Maar toen ik me realiseerde hoe de maatschappij soms omgaat met onze hulpverleners, liet ik dat plan snel varen”, vertelt de inwoner van Kopstukken.

Automonteur op het kerkhof

Uiteindelijk ging hij op zijn 15de aan de slag in de werkplaats van een BMW-dealer. Hij werd monteur en besloot, toen het bedrijf overging in andere handen, dat het voor hem ook tijd werd voor iets nieuws.

,,Via een klant die werkzaam was in de uitvaartbranche, was ik weleens mee geweest als drager bij een uitvaart. En ja: ik vond ‘die wereld’ altijd spannend.” Hij bezoekt al jaren tijdens vakanties begraafplaatsen in landen als Rusland en Polen.

Prachtige plekken, vindt Spieard, vol bijzondere monumenten, duizenden kaarsjes en tiptop onderhouden. ,,Kerkhoven in Nederland zijn dan maar saai en aan banden gelegd door allerlei regels.”

Creatief in het politiemortuarium

Uiteindelijk ging hij aan het werk in een politiemortuarium. Hier leerde hij steeds meer op het gebied van dode lichamen, restauraties en lichamen weer toonbaar maken voor de nabestaanden. Spieard werkte mee aan landelijk bekende moordzaken.

,,Dat lijkt een groot verschil met wat ik eerst deed, maar net als in m’n werk als automonteur vergt ook dit creativiteit. Ik werk nu ook met gereedschappen en vloeistoffen.

Zie dat een schedel bijvoorbeeld altijd op dezelfde plek breekt. Je leert net als in de autotechniek snel dingen herkennen en daarvoor heb je dan een passende oplossing.”

Neus reconstrueren zonder emotie

Waar het gros van Nederland op zijn zachtst gezegd zou terugdeinzen bij het zien van een verminkt verkeersslachtoffer, gaat Spieard gemotiveerd aan de slag. ,,Als ik een neus moet reconstrueren, zie ik ook alleen die neus en niet een dood iemand.

Vooralsnog heeft emotie me in mijn werk nog nooit te pakken gekregen. Wanneer ik word opgeroepen om aan de slag te gaan met iemand die zichzelf heeft opgehangen, vraag ik me nooit af waarom. Dat interesseert me niet en dat moet je je in dit werk ook echt niet gaan afvragen. Ik denk na hoe ik het lichaam er voor de familie zo acceptabel mogelijk kan laten uitzien.”

Eigen bedrijf

Na een dienstverband van twaalf jaar begon Spieard voor zichzelf. Hij wilde vooruit, meer op zijn eigen manier werken. Z’n huidige bedrijf biedt een totaalplaatje van al het denkbare op gebied van postmortale zorg. Naast restauraties van verminkte lichamen biedt hij ondersteuning aan nabestaanden.

Zo begeleidt hij nabestaanden en hulpverleners bij identificatie en confrontatie, zoals bij de vliegramp met de MH17 in 2014. Ook is hij aangesloten bij de humanitaire hulporganisatie DeathCare Embalmingteam Germany.

Zorgen dat nabestaanden hun dierbare herkennen

Verder verwijdert hij pacemakers, defibrillatoren, trachea-stoma’s (onzichtbaar) en kan hij met een speciale techniek haren terugplaatsen na een sectie of schedeloperatie.

Om ontbindingsgeur tegen te gaan, kan Spieard het lichaam in een body seal plaatsen. Met een buikpunctie kan hij zwellingen van het lichaam laten afzwakken, met airbrush camouflagemake-up aanbrengen en thanatopraxie uitvoeren om een lichaam tijdelijk te conserveren.

,,Natuurlijk kan ik niet een zwaar verminkt iemand zijn of haar oude uiterlijk teruggeven. Wel zorg ik dat nabestaanden toch iets kunnen herkennen van hun dierbare en hierdoor berusting kunnen vinden.”

Op zijn website schijft Edwin Spieard diverse situaties van zich af. Zoals het volgende fragment.

Onbeschadigde vinger

In de kist zie ik nog een onbeschadigde vinger. De hand is verschrompeld, de huid van de arm is verdwenen en door de fikse zwelling (ontbinding) ziet de arm eruit als een gespierde arm van een bodybuilder.

Waarschijnlijk zal de familie de vinger kunnen herkennen en ik besluit me daarom hierop te focussen. De benen zijn gezwollen en het gezicht is onherkenbaar beschadigd. In de kist ligt tevens wat kleding, waarschijnlijk is dit uitgetrokken voor de schouw en de obductie.

Ik kijk naar het shirt, dit is intact en redelijk ongeschonden. Snel besluit ik het slachtoffer dit shirt aan te doen. Het is even lastig, een lichaam dat ontbonden is, slap, glibberig en dampend van de formaline. 

Met lakens of tule, weet ik het lichaam zo te presenteren dat alleen de intacte vinger van het slachtoffer is te zien. Een beetje een raar beeld denk je nu misschien, maar besef dat dit voor de familie een enorme opluchting zou kunnen zijn.

,,Voordat de familie de ruimte betreedt, leg ik uit wat er is te zien en te ruiken. Ik vraag ze uit te spreken wat ze voelen en wat ze denken. ‘Laat me niet raden wat er in je koppie speelt, maar spreek het uit.’ Als we hier vanavond afscheid nemen, moet er rust zijn in het hoofd en moet je geen vragen meer hebben.’’

Het oor

Als de familie de kamer betreedt komt de emotie los. De twijfel blijft, nabestaanden vallen elkaar in de armen en ik slik snel de brok in mijn keel naar beneden. Ik merk dat het zien van de vinger voor deze familie niet voldoende is, tranen overspoelen hun gezichten en zie dat ze meer bevestiging hadden verwacht.

‘U heeft mij beloofd te zeggen wat u denkt, dat zou ik nu graag van u willen horen’. Er heerst twijfel, stilte en ik hoor het tikken van mijn horloge in deze stilte. Spanning voor ons allen, rode gezichten, waterige ogen en trillende handen.

‘Ik herken hem niet, kunt u mij iets van het gezicht laten zien, alsjeblieft’? Heel even valt er een stilte, maar ik spring er direct op in door te zeggen dat ik daar mijn uiterste best voor ga doen. ‘Wat is voor u herkenbaar, waarmee kan ik u de bevestiging geven dat u deze persoon herkent’?

Een diep voorover zakkend gezicht fluistert in de ruimte met trillende lippen de woorden: ‘zijn oor’. De beelden van het slachtoffer schieten door mijn hoofd. Ik zie in gedachten een kaak, tanden, wenkbrauw en volgens mij zelfs een stuk oor.

Ik begeleid de familie naar een kamer en neem de tijd om het oor zo respectvol en zo mooi mogelijk te presenteren aan de nabestaanden. Luguber? Welnee. Dit is waar ze om vroeg en ik weet zeker dat het haar niet uitmaakt of het luguber zou zijn voor een ander. Zij wil de bevestiging en die krijgt ze hiermee.

Bij het zien van het oor (wat overigens in de kist is gepresenteerd als zijnde vastzittend aan het hoofd) stroomt de emotie uit haar ogen. Blijdschap vermengd met verdriet, herkenning en geruststelling. Man man man, wat zijn dit leuke momenten van mijn vak.

Altijd positief

Ondanks dat hij in het dagelijks leven erg op zichzelf is, staat hij voor zijn klanten, de nabestaanden meer dan klaar. ,,Ook al is mijn boodschap nog zo negatief, onze wegen scheiden altijd positief. Ik vraag ook altijd: ‘Is het goed wanneer ik nu vertrek?’ Ze moeten daar zelf klaar voor zijn.”

En dat vertrekken doet hij in zijn Special Death Care Mobile. Een omgebouwde ambulance die dienstdoet als rijdend mortuarium voorzien van alle gemakken om zijn werkzaamheden uit te voeren.

Edwin Special Death Care

Het is een druilerige avond en vertrek met de fiets richting het bos om te gaan zwemmen. Misschien een beetje fris, maar het is mijn manier van ontspannen en te genieten van alles om me heen. De geuren die ik opvang brengen me telkens naar een nieuwe gedachte.

Fietsend langs een boerderij met koeien kom ik terug in een tijd waarbij ik regelmatig te vinden was in Poppenwier. Omgeven door lieve mensen hielp ik daar een handje mee op de boerderij. Als ik terug denk aan die tijd, dan straal ik volop. Een stukje jeugd, een stukje herinnering met leerzame momenten, gecombineerd met een flirt met de boeren dochters uit die omgeving.

Een eindje verderop fiets ik door het bos, loofbomen afgewisseld met naaldbomen. Hier en daar een ree of haas en hoor een specht tikkend op wat dorre berken. Mijn fiets zet ik tegen een wal van nat geregend zand en voel met mijn vingertoppen of ik inderdaad nog even wil zwemmen.

Ook hier is het de geur van het bos die me terug brengt naar een hele positieve tijd uit mijn jeugd. Een tijd waarbij we de weekeinden soms doorbrachten in onze eigen caravan en -waar ik toen al van onder de indruk was- de geur die het bos deed verspreiden.

Geur doet veel met onze gedachten. Ook persoonlijke geuren geven signalen af waarvan je gelukkig of verdrietig kunt worden, maar ook afstandelijk of helemaal in love.

Jarenlang heb ik geen reuk gehad, maar door diverse operaties is mijn reukvermogen terug gekomen. Altijd heb ik geroepen dat ik mijn reukvermogen wel weer kwijt zou willen, simpelweg omdat ik dingen meer vond stinken dan dat ik geconfronteerd werd met aangename dingen.

Nu is dat beeld toch een beetje veranderd. Zonder mijn reukvermogen zou mijn werk minder makkelijk kunnen zijn. Zeker zijn er momenten waarbij ik wens niets te ruiken, maar ben er ook van overtuigd dat een goed reukvermogen mij helpt om de nabestaanden een betere optie te geven als er problemen zijn ontstaan tijdens een opbaring.

Ik kan echt wel genieten van die kokhalzende ondernemers of vervoerders, die bij het openen van een kist de maaginhoud van de ochtend bij mij over de schoenen proberen te dumpen. Werkelijk wat heb ik dan een schik. Eerst het gekke gezicht, dan die hand voor de mond en vervolgens van die rare geluiden gevolgd door een krater van koffie gemixt met cake of een broodje kaas.

Het leuke van een kotsende ondernemer is dat ze altijd in de verdediging schieten en een oorzaak aan gaan wijzen. Het is nooit de geur van de overledene, maar het is de schuld van het ontbijt, of juist van het ontbijt die ze niet hebben gehad, geweldig.

De geur van een overledene vertelt me veel, heel veel. Alsof de overleden me op deze manier nog aanwijzingen wil geven over de staat waarin hij of zij zich bevindt of gaat bevinden. Het is een beetje moeilijk uitleggen, maar ook een ontbonden lichaam ruikt bij ieder op zijn eigen manier.

De ene ontbinding ruikt zuur, de andere naar maispulp van de boerderij en er zijn lichamen die ruiken naar eierkoeken. Nu zijn er vast wel een paar lezers die bij het eten van een eierkoek vanaf nu aan me gaan denken, jawel!

Maar waarom is de geur nu zo belangrijk hoor ik je denken. Het bepaalt namelijk bij mij de keuze met welke vloeistoffen ik ga werken en welke behandeling ik ga aanbevelen. Behandelingen als buikpuncties of toch een thanatopraxie, een simpele airbrush of een advies richting de bodyseal.

Daar zit nogal een behoorlijk verschil in, het verschil tussen bijvoorbeeld een airbrush of bodyseal is het wel of niet toonbaar kunnen opbaren van een overledene. Voor nabestaanden is dat een mega groot verschil.

Buiten de geur van een overledene is ook de kleur erg van belang. Een ondernemer die mij belt over een blauwe verkleuring in het aangezicht, laat direct wat extra alarm bellen bij me rinkelen. Een ondernemer ziet met regelmaat een blauwe verkleuring, terwijl er toch echt een groene verkleuring aanwezig is.

Ook in dit kleine kleurdetail kan een mega groot verschil in advies zitten. Een blauwe verkleuring kan soms met een ingreep -in het lichaam- worden verholpen, maar een groene verkleuring komt men vaak uit op een airbrush gevolgd door een bodyseal. Ook hier maakt dit het verschil tussen wel of niet (toonbaar) opbaren.

Zo is ook de lekkage uit een overledene vaak een probleem tijdens het opbaren. Ik zal ook altijd een behoorlijk aantal vragen stellen aan diegene die mij om advies vraagt. ‘Edwin, er komt allemaal lekkage uit de neus en de buik is opgezwollen’. Zo beginnen de meeste van mijn telefoon gesprekken.

‘Wat ruik je, is er door jou een bepaalde geur waargenomen’? Heel even is het stil, ‘ik denk wel iets te ruiken, maar de familie ruikt niets’. Dat snap ik, want geur is adaptief. Daar bedoel ik mee, dat je geur waarneemt als je er mee geconfronteerd wordt, maar na een aantal minuten is deze geur niet meer nieuw en zullen de prikkels verdwijnen.

In de afgelopen warme zomer heb ik geprobeerd de tuin in bloei en mooi van kleur te houden. Met behulp van de waterbron, een waterslang en een hoop geduld bleef mijn tuin een oase van kleur en geur.

Echter ook tijdens deze manier van ontspanning kwamen de overledenen bij me in de tuin. De waterbron in mijn tuin bevat een hoop ijzerhoudend water en dat ruik je. Het ijzer in het water doet me denken aan bloed, waarschijnlijk logisch te bevatten voor mensen met een medische achtergrond.

Ook tijdens een buikpunctie of thanatopraxie behandeling komt er geur vrij uit de overledene. Geur van de thanatopraxie vloeistof die wordt terug gewonnen uit het lichaam, de geur van het bloed, maar ook de geur van het gas dat vrijkomt uit het lichaam.

Het is niet eenvoudig voor me om uit te leggen, maar ik kan jullie wel een aantal dingen opnoemen die ik zelf waarneem met betrekking tot geur van een overledene. Vanzelfsprekend en zoals gezegd is dat niet bij iedere overledene gelijk, maar het geeft je een beetje een beeld.

Een waterlijk doet me denken aan iets zuurs, een rotte appel of mais- of aardappelpulp. Een ernstig bebloed lichaam ruikt naar ijzer, het ijzer dat ook in ijzerhoudend grondwater zit. Een volle broek of ontsnappend gas brengt mijn gedachten naar de vloeibare multivoeding op dokters recept. Eierkoeken doen me denken aan hersenen, echter niet omgekeerd. Hersenen doen me niet denken aan eierkoeken, raar maar waar.

Een verbrand slachtoffer vind ik persoonlijk niet onaangenaam ruiken. Het is een sterke penetrante geur denkend aan het vlees van mijn ex buurman op zijn barbecue. Moeilijker te beschrijven is een lichaam die snel in ontbinding zal raken. Soms loop ik door de supermarkt en denk ik het bij mensen al te ruiken voordat ze zijn overleden.

Gemummificeerde lichamen ruiken niet echt, ze lijken en voelen geplastificeerd en verspreiden weinig geur, dit in tegenstelling tot iemand die 3 dagen onder een hete douche heeft gestaan. Deze lichamen zijn uitgekookt, lichamen waarbij de beenderen volledig losgeweekt zijn van het weefsel. Deze mag je van me hebben, want ik vind ze niet fijn.

Groene lichamen –en dan bedoel ik geen mars mannen- kunnen erg verschillend zijn in geur. Je hebt droge groene verkleuring die als een harige schimmel meestal op het gelaat van de overledene wordt aangetroffen. Deze groene verkleuring is niet onschuldig, maar verspreid weinig onaangenaams.

Van deze groene verkleuring is ook een ietwat vochtigere variant, groen in combinatie met lekkage uit alles, dan kom je in de richting van de geur zoals beschreven bij een waterlijk.

Misschien was dit voor sommigen een beetje een ranzig artikel, maar wilde jullie het niet onthouden. Het is geweldig om over mijn vak te vertellen en neem jullie daarbij graag mee op reis. Voor de beelddenkers onder ons, dit artikel is geschreven met een grote glimlach op mijn gezicht en met twinkelende ogen.

Schedel

Treinspringers, waterlijken, verkoolde lichamen, allemaal hebben we nu direct een beeld op ons netvlies van iemand die waarschijnlijk verminkt -en daardoor niet meer toonbaar- zal zijn. Maar het beeld dat we nu in onszelf projecteren is bij ieder ook nog eens verschillend.

Zo is het in de werkelijkheid ook. Ieder slachtoffer is anders, ruikt anders, voelt anders en heeft een andere kleur. De ene zelfmoord is niet de andere, maar waarschijnlijk laten ze wel allemaal dierbaren achter die nog iets van hun geliefde zouden willen zien.

Met enige regelmaat word ik benaderd om te assisteren bij een confrontatie. Denk hierbij aan bijvoorbeeld iemand die in het buitenland is verongelukt en pas 14 dagen later aankomt in Nederland. Er zijn familie leden die het slachtoffer zouden willen zien om de bevestiging te krijgen dat het hun dierbare betreft.

Bijzonder vind ik de reacties van vele mensen in de uitvaart. Chauffeurs die al jaren met pensioen hadden gekund die telkens weten te bevestigen dat er niets meer te behalen valt. Mensen die op een afstand roepen –omdat ze iets ruiken- dat je absoluut niet meer zou moeten willen kijken.

Ondoordachte uitspraken, ga mee met de tijd en blijf bij de les. Probeer dat te realiseren waar de familie om heeft gevraagd, het aan hun bewijzen dat het hun dierbare betreft. Zet je eigen belang aan de kant en help deze mensen, maar begin niet direct met negatieve uitspraken. Je helpt daar werkelijk niemand mee.

Mensen zijn sterk, misschien sterker dan je verwacht. De onaangename geur nemen ze vaak voor lief en het zal me niet verbazen als het tijdens een confrontatie niet eens wordt opgemerkt.

Ik neem jullie mee naar een voorbeeld uit de praktijk. Een slachtoffer in het buitenland, onder vochtige omstandigheden verongelukt. De autoriteiten nemen het lichaam in beslag en brengen het naar een plaatselijk ziekenhuis in afwachting op wat gaat komen.

In enkele gevallen blijft het lichaam ongekoeld, -of minder gekoeld dan we gewend zijn- een aantal dagen liggen in afwachting op beslissingen van hogerhand. In vele gevallen wordt daarna het lichaam geobduceerd. Tijdens een obductie wordt het lichaam geopend om bijvoorbeeld de doodsoorzaak vast te stellen.

In mijn voorbeeld is de schedel volledig verbrijzeld door een truck, die precies over het hoofd heeft gereden tijdens de val van deze persoon. Een akelig beeld die je je moeilijk voor kunt stellen als je dit nog niet eerder hebt gezien.

Door het ongeval, de lange tijd waarin het lichaam onvoldoende gekoeld is geweest en mede door de obductie, zal het lichaam versneld in ontbinding kunnen raken en waarschijnlijk niet meer als deze persoon herkenbaar zijn.

Als het lichaam per vliegtuig terug gaat naar land van bestemming, dan zal er in vele gevallen formaline worden gebruikt om het lichaam te balsemen. Soms komt een lichaam pas 2 tot 3 week na het ongeval terug naar Nederland. Je begrijpt….. dit is voor de nabestaanden een mega lange tijd.

Soms daalt het ook niet helemaal bij de nabestaanden in en soms is ook de uitvaartleider niet op de hoogte van de toestand waarin een overledene zich bij aankomst bevindt. Jij en ik snappen dat opbaren van een slachtoffer, 3 weken na een ongeval, onvoldoende gekoeld, geobduceerd en gebalsemd een mega klus kan gaan worden.

Ga als onervaren iemand niet zelf aan de slag met een confrontatie. Neem iemand in de arm die jou en de familie kan begeleiden, iemand die meer heeft gezien dan de gemiddelde uitvaartverzorger en vaar af op zijn of haar kennis.

Zo zal ik me bij binnenkomst van het lichaam -voordat de confrontatie begint- volledig inlezen op wat ik aantref en negeer het advies van de vervoerder om de kist gesloten te houden. Geur, kleur en lekkages zijn juist voor mij een belangrijke bevinding.

Kijken in de kist, voelen aan het lichaam, zoekend naar kleding en bezittingen. Zo belangrijk om vragen van nabestaanden te kunnen beantwoorden zonder dat je de kist hoeft te openen in hun bijzijn.

In de kist zie ik nog een onbeschadigde vinger. De hand is verschrompeld, de huid van de arm is verdwenen en door de fikse zwelling (ontbinding) ziet de arm er uit als een gespierde arm van een bodybuilder.

Waarschijnlijk zal de familie de vinger kunnen herkennen en besluit me daarom hier op te focussen. De benen zijn gezwollen en het gezicht is onherkenbaar beschadigd. In de kist ligt tevens wat kleding, waarschijnlijk is dit uitgetrokken voor de schouw en de obductie.

Ik kijk naar het shirt, deze is intact en redelijk ongeschonden. Snel besluit ik om het slachtoffer dit shirt aan te gaan doen. Het is even lastig, een lichaam die ontbonden is, slap, glibberig en dampend van de formaline. Eerst op de spoeltafel de overtollige formaline (balsemvloeistof) wegspoelen en daarna het lichaam voorzien van het shirt.

Met een aantal lakens of tule, weet ik het lichaam zo te presenteren dat alleen de intacte vinger van het slachtoffer is te zien. Een beetje een raar beeld denk je nu misschien, maar besef dat dit voor de familie een enorme opluchting zou kunnen zijn.

Voordat de familie de ruimte gaat betreden, leg ik uit wat ze gaan zien en ruiken. Tevens vraag ik ze aan me uit te spreken wat ze voelen en wat ze denken. Denk hardop, laat me niet raden wat er in je koppie af speelt, maar spreek het uit. Als we hier vanavond afscheid nemen, dan moet er rust zijn in het hoofd en moet je geen vragen meer hebben.

Als de familie de kamer betreedt komt de emotie los. De twijfel blijft, nabestaanden vallen elkaar in de armen en ik slik snel de ontstane brok in mijn keel naar beneden. Ik merk dat het zien van de vinger voor deze familie niet voldoende is, tranen overspoelen hun gezichten en zie dat ze meer bevestiging hadden verwacht.

‘U heeft mij beloofd te zeggen wat u denkt, dat zou ik nu graag van u willen horen’. Er heerst twijfel, stilte en ik hoor het tikken van mijn horloge in deze stilte. Spanning voor ons allen, rode gezichten, waterige ogen en trillende handen.

‘Ik herken hem niet, kunt u mij iets van het gezicht laten zien, alsjeblieft’?  Heel even valt er een stilte, maar spring er direct op in door te zeggen dat ik daar mijn uiterste best voor ga doen. ‘Wat is voor u herkenbaar, waarmee kan ik u de bevestiging geven dat u deze persoon herkent’?

Een diep voorover zakkend gezicht fluistert in de ruimte met trillende lippen de woorden: ‘zijn oor’. De beelden van het slachtoffer schieten door mijn hoofd. Ik zie in gedachten een kaak, tanden, wenkbrauw en volgens mij zelfs een stuk oor.

Ik begeleid de familie naar een kamer en neem de tijd om het oor zo respectvol en zo mooi mogelijk te presenteren aan de nabestaanden. Luguber? Welnee. Dit is waar ze om vroeg en weet zeker dat het haar niet uitmaakt of het luguber zou zijn voor een ander. Zij wil de bevestiging en die krijgt ze hiermee.

Bij het zien van het oor (wat overigens in de kist is gepresenteerd als zijnde vastzittend aan het hoofd) stroomt de emotie uit haar ogen. Blijdschap vermengd met verdriet, herkenning en geruststelling. Man man man, wat zijn dit leuke momenten van mijn vak.

Nu de familie de bevestiging heeft, vragen ze allen of ze het lichaam –door het laken heen- aan mogen raken. Ik voorzie ze allen van handschoenen en bereid ze voor op wat ze gaan voelen. Even voor jullie: een gebalsemd lichaam voelt als plastic, hard en heeft absoluut geen aaibaarheidsfactor.

Er wordt gestreeld van boven tot onder en al is het dwars door het laken heen, het is er niet minder liefdevol om. Emoties komen samen, er wordt tegen hem gesproken alsof hij nog leeft. ‘Mag het laken eraf’? Een onverwachte vraag, maar besluit er volledig in mee te gaan.

‘Kom, dan doen we het samen, u geeft aan wanneer u er klaar voor bent, dan trekken we samen het laken steeds een stukje verder van hem af. Langzaam,  waarbij u de snelheid en de grens kunt bepalen.

Niemand in deze ruimte neemt afstand van het lichaam, niemand heeft het over de stank, niemand heeft het over de verminking. Nee, waar ze het over hebben is dat ze hun zoon thuis hebben en dat ze eeuwig dankbaar zijn dat we dit voor hun hebben kunnen realiseren.

 

Confrontatie

  • Moet er bij een bodyseal nog worden gekoeld?

Ja, een bodyseal doet niets anders dan geur, kleur en lekkage verstoppen. Het draagt niet bij aan conservering. Een lichaam waarbij een bodyseal gaat plaats vinden is vaak in zeer slechte conditie, juist dan heeft koelen –ook na de bodyseal- nog een hoge prioriteit.

  • Je bent nogal direct in je antwoorden, wordt dat door je opdrachtgever altijd gewaardeerd?

Nee, niet altijd inderdaad. Echter maakt me dat niet zo veel uit. Ik ben er voor de nabestaanden en die hebben graag een eerlijk en duidelijk verhaal, ook als je daarvoor iets direct moet zijn. Maar er zijn ook ondernemers die me er juist om waarderen, niet te negatief gaan denken nu, de positieve reacties op mijn reageren staan in de plus ten opzichte van de negatieve reacties.

  • Heb je deze zomer extra drukte ervaren ten opzichte van voorgaande jaren?

Absoluut. Het aantal mensen die zijn overleden door de warmte is volgens de cijfers niet echt explosief gestegen, echter is het voor velen een mega klus geweest om deze overledenen geconserveerd te houden tot aan de dag van de uitvaart. Om hier en daar de opbaring een beetje bij te sturen is volop gebruik gemaakt van mijn diensten. Voor mijzelf zag ik een groot verschil in de problemen rondom de opbaring. Het was voor mij een jaar waarin ik veel te maken kreeg met maden en vliegen in en uit de overledenen. Dit heb ik voorgaande jaren niet zo ervaren.

  • Je bent nog steeds alleen aan het werk, of denk je toch aan personeel?

Deze vraag is een beetje lastig. Tijdens de enorme drukte heb ik vaak gedacht aan extra personeel. Echter wil ik graag groot zijn door klein te blijven. Afgelopen jaar heb ik diverse malen hulp ingeroepen van onder andere mijn neef en dochter. Het is even wennen om met je dochter emotionele momenten bij nabestaanden te delen, maar het heeft ook wel iets positiefs. Tijdens mijn vakantie heeft Stefan Floors er voor gezorgd dat mijn klanten uit de problemen bleven. Een groot dankjewel richting deze personen is vanaf mijn kant op zijn plaats. Bij deze een groot: Dankjewel

  • De columns op je website lees ik regelmatig, heb je er al eens aan gedacht om een documentaire te maken over je werk?

Ja en nee. De columns zijn een uitlaatklep waarin ik mensen mee neem tijdens de dingen die ik ervaar en tegenkom. Er is in het verleden gevraagd door een producer om een mini serie te maken. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe ik dat dan zou moeten doen. Mijn meldingen zijn onverwachts en onaangekondigd en heb te maken met zeer emotionele (privé) momenten. Het gaat me dan te ver om toestemming te vragen om te mogen filmen. Wellicht heb jij hierover een idee en kan het in de toekomst plaats gaan vinden.

Eindelijk een weekje vakantie. Vroeg uit bed, een kop koffie en nog even de laatste dingen afronden om met frisse zin aan de vakantie te beginnen. Nog voordat ik de laptop heb kunnen opstarten gebeuren er dingen die ik eigenlijk niet wil.

Een onbekend nummer op de telefoon brengt me aan het twijfelen. Zal ik dit telefoontje nog aan gaan nemen, of zal ik de beller verzoeken contact op te nemen met mijn vervanger Stefan Floors. Ach, wat kan er gebeuren om dit telefoontje nog even te beantwoorden, om vervolgens richting mijn vakantie bestemming te gaan?

‘Goedemorgen, u spreekt met Special Death Care’, zo klinkt mijn stem opgewekt aan de andere kant van de lijn. ‘Jazeker mag u mij een vraag stellen, zolang u mij niet weg houdt van mijn vakantie bestemming, dan heb ik wel even tijd om uw vraag te beantwoorden’.

Een vriendelijke, maar voor mij onbekende vrouwenstem, vraagt of ik een familie uit onzekerheid kan helpen. Het betreft een lijk vinding, maar het ziekenhuis adviseert om niet meer te kijken. Het lichaam is in verre staat van ontbinding en de patiënt is onherkenbaar veranderd.

‘Ik begrijp wat u vraagt, u heeft liever niet dat ik op vakantie ga, maar daar ga ik deze keer niet aan mee werken. Het wordt mijn eerste vakantie van dit jaar en zou graag willen dat het vliegtuig niet zonder mij vertrekt’.

‘Ja ja, ik hoor wel wat u zegt, het liefst zo snel mogelijk, dat begrijp ik, maar eerlijk gezegd heb ik liever dat u het aan een andere specialist over laat. Nog even en u heeft het voor elkaar dat ik mijn vakantie een dag ga uit stellen’.

De dame aan de andere kant van de lijn luistert maar amper naar wat ik zeg. Wat voor haar bovenaan staat is dat de familie wordt geholpen en daar heb ik respect voor. ‘Hoe komt u aan mijn nummer, en waarom vraagt u dit aan mij om dit te gaan doen’?

Ze verteld me dat ze via via heeft gehoord dat ik meestal wel een mogelijkheid weet te vinden om toch afscheid te kunnen nemen van een lichaam die niet meer toonbaar is. ‘Omdat ik het voor deze familie zo vreselijk belangrijk vind dat ze de bevestiging krijgen dat hun dierbare is overleden, werd mij aangeraden om jou te bellen. Mag ik gewoon jij en je tegen je zeggen’?

 ‘Je mag me noemen zoals je me wilt, maar had liever gehad dat je me een uur later had gebeld, dan stond mijn telefoon namelijk doorgeschakeld. Nu krijg je het warempel voor mekaar dat ik jouw kant op kom en mijn vakantie een aantal uren uit ga stellen’.

Niet geïrriteerd, niet verdrietig, maar vol trots vertrek ik richting het uiterste Noorden van het land -het land van de Oranje koek- om een familie minder ongelukkig te maken. Mijn vakantie komt dan maar een paar uur later.

Inmiddels terug van een weekje vakantie, merk ik in alle eerlijkheid dat ik het werk niet heb gemist. Het leven met een mobiele telefoon -altijd binnen handbereik- maakt dat je onrustig wordt in alle dingen die je doet.

Als binnenkort mijn pensioen begint, dan verruil ik allereerst mijn mobiele telefoon voor een oude draaischijf telefoon. Deze hang ik dan aan de muur als herinnering uit een mooie tijd, de tijd waarin je nog wist waar iemand stond als je hem belde. Nu met de mobiele telefonie weten ze je werkelijk overal te vinden via sms, mail en whatsapp, zelfs tijdens je vakantie.

Een andere bewustwording tijdens mijn vakantie, is de bevestiging dat alles altijd maar duurder wordt. Een brievenbus (die bij mij ellende box heet) vol met brieven van bijvoorbeeld de verzekering ASR. Doordat er meer is uitgekeerd, bladibladibla. Ik snap het, de premie gaat opnieuw omhoog. Huis, auto, ambu, alles in de plus.

Telfort, binnenkort zal de premie voor uw ADSL omhoog gaan. Het datapakket op uw adres gaat alleen maar in prijs omhoog, maar niet in snelheid. Opnieuw 1,5 euro per maand verhoging, kassa.

Leveranciers voor thanatopraxie vloeistof, jaarlijks verhoging, de brandstofprijs gaat zelden omlaag en nu met de droogte van afgelopen zomer stijgt de prijs van mijn wekelijks patatje. En jawel, dit vieren we (nogmaals, ik heb het al vaker benoemd) met z’n allen jaarlijks knallend op 31 december. Als je de volgende dag ontwaakt is ook voor jou alles duurder geworden.

Ook hier heb ik tijdens mijn vakantie over na kunnen denken. Als mij in 2019 extra klussen worden gegund door nu kwaliteit te blijven leveren, houd ik daar meer aan over dan aan een prijs verhoging. Met andere woorden, ik werk liever een beetje harder dan mijn prijzen te verhogen.

Zo nu, hier komt mijn voorstel, praat over mijn kwaliteit/ prijs verhouding richting anderen en ik beloof dat ik mijn prijs in 2019 opnieuw -voor het vierde jaar opeen- niet zal verhogen.

Tevens beloof ik binnenkort een artikel te schrijven over het belang van een confrontatie met een onherkenbaar verminkt slachtoffer, een waar gebeurd verhaal. Blijf me volgen...

 

Vakantie

Het is al een hele tijd geleden, 1991 om precies te zijn. Toch zijn er twee dagen in dat jaar die mij nog goed in het geheugen staan. Ik was nog niet werkzaam in de uitvaart, misschien een tikkeltje te jong, maar had er zeker ook nog nooit over nagedacht om ooit in de uitvaart werkzaam te geraken.

In dat jaar was ik werkzaam in een garage. Er was een competitie op technisch hoog niveau, een strijd om een titel te behalen binnen de autobranche. Werkzaam bij BMW werd mij de gelegenheid geboden om hier aan deel te nemen, een kans die je als ambitieus monteur echt niet naast je neer gaat leggen.

De award uitreiking deed mij goed en vanuit mijn enthousiasme wilde ik het zo ontzettend graag vertellen aan mijn opa. Een oude man op leeftijd, die werkelijk geen idee heeft wat überhaupt een BMW is, maar toch altijd trots was op zijn kleinzoon.

Het kwam dan ook als een schok om de volgende dag te moeten horen dat ik nooit meer de kans zou krijgen om het aan opa te vertellen. Als in de ochtend de telefoon gaat, hoor ik aan moeders stem dat niet alles gaat zoals het zou moeten zijn. ‘Opa is zojuist overleden’, dan zijn de verdrietige woorden die ik vanuit de telefoon kreeg te horen.

Inmiddels zijn we een dikke 27 jaar verder, maar kan me niet herinneren dat ik ooit nog zo verdrietig ben geweest als bij het verlies van opa. Oké, eerlijk is eerlijk, toen mijn lievelingspoes kwam te overlijden -na een ongeval- was ik ook een week van slag. Twee dierbaren die me nu nog steeds een verdrietig gevoel geven als ik aan hun overlijden denk.

Toen de begrafenis van opa achter de rug was, zijn we met de familie terug gekeerd naar het oude woonhuis van opa. Oma bleef achter in een huis waar ze de laatste tijd samen hadden gewoond. Er heerste een normale stemming, het overlijden werd niet verwacht, maar de hoge leeftijd waarop hij is overleden gaf een gevoel van acceptatie.

Er werd wat gesproken, gelachen en uiteindelijk kwam de vraag of iemand nog wat van opa zou willen hebben. Nee, dacht ik bij mezelf, ik hoef niks van opa, maar voordat mijn hoofd dit tegen zichzelf had gezegd, floepte er uit mijn mond ‘het brilletje’.

Het is een klein lees brilletje, ronde glazen, bruine rand rondom de glazen met zilverkleurige stangetjes. Ietwat verbogen, verre van mooi, maar het geeft een hoop lachende gezichten als ik hem even op zet.

En zo gebeurde het tientallen jaren geleden dat het brilletje van opa belande in mijn kast van de boerderij. Inmiddels heb ik een kamer gewijd aan mijn overleden opa. Een Drentse kamer binnen de boerderij, een kamertje waar ik elke avond eet tussen de spullen van vroeger.

Een oude tafel met rood tafelkleed, radio met draai knoppen, het zoutpotje, de wandelstok, emmers, schoenpoets, groene broodtrommel. Het is te veel om op te noemen, maar weet zeker dat een hoop lezers van dit artikel een stralend gezicht krijgen als ik ze mee terug neem in de tijd van toen, de tijd van koffie met Buisman hier bij ‘opa’ aan tafel.

Op die zelfde tafel ligt naast de pruttelpot het ronde brilletje. Nooit, maar dan echt nooit had ik gedacht dat deze bril in 2018 nog functioneel zou worden. Beetje naïef, maar ik had niet gedacht dat ook mijn zicht wonderbaarlijk snel achteruit kon gaan.

En zo gebeurde het, tijdens het eten aan de oude tafel en bij een tikkende pendule klok. Op de tafel staat een pan met bruine bonen, appelmoes en wat gebakken spekjes. Deksel, wat zou ik graag wat kruiden op deze spekjes hebben, speklapjes kruiden maken de smaak extra fijn.

Ik snuffel wat rond in de kast, vind er diverse kruiden, kip, vlees, gehakt en warempel ook nog een grote pot speklapjes kruiden. Aangezien mijn lichte allergie voor knoflook het niet toe laat om knoflook te eten, probeer ik de ingrediënten te achterhalen op deze grote pot speklapjes kruiden.

Nu mag de pot redelijk groot zijn, de letters zijn donders klein, te klein om nog te kunnen lezen. Ik mompel wat in mezelf en geïrriteerd met de achteruitgang van mijn ogen ga ik op zoek naar mijn mobiele telefoon.

Flits, een foto van het etiket, even inzoomen en op zoek naar het toverwoord ‘knoflook’. Veilig! Terug in de kamer schep ik met een grote ‘schepemmer’ de bonen op mijn bord, spekjes erdoor en rijkelijk wat kruiden zorgen ervoor dat ik met een glas karnemelk me prima vermaak.

Naast mijn bord staat het zoutpotje van opa, een glazen potje met een beschadigde rand. In gedachten zie ik opa met twee vingers wat extra zout uit het potje halen en over het eten doen. De blik van oma staat op onweer en ik weet welke woorden er uit oma’ s mond gaan komen. Geïrriteerd en met een boze blik volgde ze altijd met de woorden, ‘man, leer die kinderen dat toch niet aal’.

Maar het is niet het zoutpotje wat me triggert, nee, het is het brilletje die me afleidt van mijn bord met spekjes. Wat zou er gebeuren als ik heel even dat brilletje op zou zetten? Ik schiet in de lach, want ik zie de wereld aan voor een doedelzak. De klok lijkt wazig, de broodtrommel verdwijnt in de mist en in mijn hoofd lijken mijn hersenen te zijn vervangen door watjes. Alles zweeft.

Met het brilletje op mijn neus beweegt mijn hoofd wat rond door de Drentse kamer, tafel, klok, fornuis, speklapjes kruiden…. Krijg nou wat. Speklapjes kruiden, ik pak de pot vast en lees zonder er een foto van te maken de tekst op het potje.

Alsof ik tegen opa praat zeg ik hardop ‘jee, ik zie ineens wel veel meer’. Ik pak een oude krant, buig mijn hoofd iets voorover waardoor het brilletje van mijn neus glijdt. Snel vang ik het op en probeer opnieuw de tekst te lezen op dit oud stukje papier.

Donders nog aan toe, ik zie de vezels in het papier, de inkt die is weg gelekt in deze vezels. Nou begrijp ik opa, lezend in zijn rookstoel met het brilletje voor op zijn neus. Het is toch geweldig dat jaren na zijn overlijden ik opnieuw gelukkig kan zijn met iets wat toentertijd speciaal voor hem was gemaakt.

En zo kom ik daar waar ik wil zijn. Tijdens mijn werkzaamheden met overledenen, zie ik zo vreselijk veel brillen zinloos verdwijnen in het milieu. Brillen die worden begraven, die verdwijnen in een bodyseal of tijdens de crematie omgezet worden in giftige stoffen die we in de lucht via een filtersysteem verspreiden.

Laten we eerlijk zijn, wat heeft het voor meerwaarde deze brillen allemaal in de grond te stoppen of te verspreiden in de lucht. Waarom leveren we deze brillen niet in bij de verkooppunten, geef deze brillen een tweede leven voor mensen die ze zo hard nodig hebben, maar ze niet kunnen betalen.

Ik weet dat er inlever punten zijn, hier maken ze mensen in bijvoorbeeld de derde wereld blij met brillen zoals die van opa. Inmiddels ben ik zo ver dat ik het bespreekbaar maak bij de nabestaanden. Tot aan de uitvaart kan de bril gewoon op blijven, maar schenk het daarna eens aan iemand die er nog baat bij kan hebben.

En zo heb ik jullie mee genomen in een stukje van mijn privé. De liefde voor mijn opa, het huis waarin ik woon, de kamer waarin ik eet gecombineerd met de manier waarop ik probeer te lezen zonder bril.

Als ik opa kon vertellen dat zijn bril mij nu nog gelukkig maakt, dan weet ik zeker dat hij opnieuw enorm trots zou zijn op zijn kleinzoon. Liefde zit in kleine dingen, wie van jullie had gedacht dat ik gelukkig zou kunnen worden van een oude, lelijke ronde bril?

Indien je geïnteresseerd bent in mijn vak, kijk dan ook eens hier. Tot snel!

bril van opa

Bedum, Ede, Apeldoorn, Buitenpost, het warme weer in combinatie met de hoge luchtdruk zorgen ervoor dat er veel te doen is. De gehele dag al onderweg, druk zijn met nabestaanden proberen iets minder ongelukkig te maken. Moet eerlijk zeggen dat me dat vandaag zwaar af gaat, want telkens kom ik met een teleurstellend bericht.

Als ik aan het einde van de dag wil vertrekken bij mijn laatste melding, gaat opnieuw de telefoon. Nog steeds vrolijk en opgewekt neem ik een nieuwe melding aan, deze keer niet zo ver van de omgeving waarin ik ben opgegroeid, ons mooi Drenthe.

Terwijl ik de motor start, verschijnt er op mijn telefoon een bericht van een lieve vriendin. ‘Ik maak me serieus zorgen om je, denk je om jezelf’? Dat is wat ze schreef. Met een enorme glimlach stuur in ik een bericht terug dat dat allemaal goed gaat komen.

Deze dame kent me goed en heeft drommels best door dat ik de gehele dag leef op een handjevol slappe speculaas en over datum sinas, vandaar waarschijnlijk dat haar antwoord met alleen de tekst ‘ja ja’ mij duidelijk maakte dat ze toch aan me twijfelt.

Eigenlijk heeft ze wel gelijk, daarom besluit ik braaf de wagen even aan de kant te zetten. Ik breng wat water aan de kook en voorzie mezelf van een heerlijk kopje 2 in 1 oploskoffie, een koffie die ik enkel en alleen met haar drink als we op ons best zijn. Tijdens de koffie denk ik even aan mijn ex werkgever. Hij kan niet anders dan ongelooflijk trots op me zijn, dat ik er in een hele korte periode voor mezelf een geweldig bloeiend en boeiend bedrijf heb neer gezet. Vol trots neem ik een extra grote slok, waarna ik vertrek richting Drenthe.

Een dik uur later arriveer ik op mijn nieuwe bestemming. De motor uit, kilometers registreren, wat deo onder de oksels en een frisse aftershave. Terwijl ik de kilometers noteer, zie ik in mijn ooghoeken twee jonge jongens vanuit de tuin richting de ambu komen.

‘Special Death kaare, jeeeeh’ roept een van die kleine mannekes. ‘Nee joh, kair, dat is Engels, Special Death kair’. Ik grinnik wat in mezelf, heb er zo laat op de avond een hoop schik om. ‘Zeg mannen, wat goed dat ik jullie hier tref. Wat denk je, ben ik op het juiste adres’?

De skelter wordt aan de kant gezet en er klinkt een volmondige 'ja'. ‘Zouden jullie mij dan willen begeleiden naar de rest van de familie, is dat wat’? Iets minder opgewekt, maar zonder twijfel klinkt er opnieuw een volmondig ‘ja’.

Er is een deur, een halletje en nog een deur die mij doen uitkomen in een keuken. Een grote tafel met daaraan een aantal familieleden die mijn aangekondigd bezoek warm verwelkomen. Een beeldschone blonde dame komt naar me toe en geeft me als eerste een stevige hand. Bang om een onaangename geur te verspreiden vraag ik verontschuldigend aan de dame of ik nog wel een beetje fris ruik.

Iemand die weet wat mijn beroep inhoudt, weet namelijk ook dat ik daar niet alleen frisse overledenen in tegen kom. Gelukkig stelt de dame me op mijn gemak door te zeggen dat ze niets vreemds aan me ruikt.

‘De uitvaartleider heeft mij gebeld, er zouden wat problemen zijn ontstaan tijdens de opbaring. Vinden jullie het goed dat ik even een kijkje neem bij de overledene’? Twee dames gaan me voor naar en halletje waar hun vader ligt opgebaard. Het is me meteen wel duidelijk, dit gaat opnieuw een teleurstellend bericht worden. ‘Ik weet genoeg, zal ik jullie in de keuken gaan vertellen welke opties ik kan bieden’?

Op dat moment zie je het verdriet in de ogen van de dochters, ze hebben drommels best in de gaten dat ik een vervelend bericht ga brengen.

Dit zijn van die momenten die ik het liefst uit de weg ga, maar weet ook dat er geen ontkomen aan is om de familie op de hoogte te brengen. Terug in de keuken vraagt een van de dochters of ik iets wil drinken. Meteen flitst het bericht van vanavond weer door mijn hoofd, het bericht ‘zorg je goed voor jezelf’.

‘Euh ja, misschien wel verstandig iets te drinken, maar vind het erg vervelend, want dat is niet waarvoor ik hier kom’. De echtgenote van de overleden man zegt met een zeer vriendelijk gezicht dat dat hier helemaal geen probleem is. ‘Wil je misschien ook iets te eten’? Hier had ik niet op gerekend, zet mijn schuld gevoel iets aan de kant en probeer zo subtiel mogelijk aan te geven dat dat misschien wel een heel goed idee zou zijn.

Jongens nog aan toe, onvoorstelbaar hoe deze familie in deze verdrietige situatie zo zorgzaam kan zijn. Een jongeman stelt voor om iets te gaan koken en gooit wat opties op tafel om vervolgens zonder problemen de keuken in te duiken. Niet veel later wordt een overheerlijk broodje ei met wat blokjes kaas voor me neergezet.

Terwijl dit heerlijke eten, een glas water en een kop koffie voor me staan, voel ik dat schaamte mij te pakken krijgt. Mes en vork, oeps, dat is niet hoe ik normaal gesproken mijn ei zou eten. Thuis doe ik dat net als een speculaas koekje tussen drie vingers en dat terwijl ik ondertussen mijn gras probeer te maaien.

Een aangenaam gesprek met de familie geeft me direct een ontspannen gevoel. Er is geen afstand, er is geen onbegrip, wat er aanwezig is, is een intens verdriet. Ik haal diep adem en begin wat opties aan te dragen om een afscheid te kunnen realiseren.

Luisteren naar de wens van de familie, inspelen op de situatie en eerlijk communiceren. Uiteindelijk komen we met z’n allen tot een acceptabel en eenduidig besluit. De overledene wordt overgebracht naar een uitvaartcentrum, waar ik aldaar zou proberen om een behandeling te starten.

Wetend wat er moet gaan gebeuren, staan we met z’n allen op om vervolgens deze overleden man voorzichtig en met alle respect naar de wagen te brengen. Het beeld wat er is ontstaan is een grote onderhouden tuin, waarin op het gras de ambu staat geparkeerd, een overleden man op een brancard met daaromheen 4 familieleden.

Heel even vergeet je soms dat het om een sterfgeval gaat, want diep van binnen had het zelfs wel iets romantisch. Een dochter die vader wat -in de haast geplukte- Lavendel mee geeft, een zwoele avond, ondergaande zon gecombineerd met een intens verdrietige familie.

Opnieuw een moment van rillingen. ‘Mag dit met hem mee’? Met vragende ogen houdt ze de Lavendel omhoog.  ‘Natuurlijk mogen die mee, ik zal zorgen dat ze bij hem blijven, dat beloof ik je’. Nog voordat ik de deur sluit van de wagen, ontstaat er toch de wens om achter mijn wagen aan te gaan rijden richting het uitvaartcentrum.

Hier was in de woning al over gesproken, dus kwam deze reactie niet volledig onverwacht. Eigenlijk willen beide dochters en de echtgenote allen wel mee rijden richting het uitvaartcentrum. De man die liefdevol de broodjes had gemaakt, geeft aan dat hij wel op de kinderen wil passen.

En zo gebeurde het, dat we met z’n vijven verdeelt over 2 auto’s richting het uitvaartcentrum zijn gegaan. Even zoeken in het donker, verkeerde afslag, extra rondje, ja… daar moeten we zijn.

Aangekomen bij het uitvaartcentrum heerst er ineens een spanning. Een spanning die ik eerder deze avond nog niet had kunnen ontdekken. Door een opmerking van de echtgenote wordt me veel duidelijk. ‘Mevrouw, u wilt liever afzien van de behandeling, jullie hebben er verdriet over, is dat juist’?

Ze is duidelijk en verdrietig tegelijk. ‘Ja, we hebben het er in de auto over gehad, maar willen liever niet dat er nog aan hem wordt ‘gesleuteld’. Maar u bent er hier helemaal voor ons naartoe gekomen’. Ik begin te stralen. ‘Mevrouw, het gaat er niet om wat ik wil, het gaat er om wat jullie willen. Ik ben er voor jullie, niet voor mezelf’.

Drie dames op een rij, drie dames waaraan je ziet dat er opluchting is. Voor mij volledig onverwacht vraagt de echtgenote of ze me een knuffel en een zoen mag geven. Mijn glimlach wordt nog groter, wie had gedacht dat ik net voor middernacht een zoen zou ontvangen door iemand die ik zojuist een vervelende boodschap heb moeten brengen.

Ik was echt een mazzelpikker, want de beide dochters volgden het idee van moeders op en zo kwam het dat ik helemaal uit het niets en totaal onverwacht 9 zoenen ontving van een voor mij volstrekt onbekende familie.

Eigenlijk is het helemaal niet onder woorden te brengen. Ook ik had vanavond nog een hoop geleerd. Je kunt dus ook mensen minder ongelukkig maken door een behandeling niet uit te voeren en de natuur zijn gang te laten gaan.

Het moment om van elkaar afscheid te nemen komt naderbij. Een van de dochters kijkt me heel even aan, doet wat stappen zijwaarts, strekt haar hand en glijdt met haar vingers over het spatbord van de wagen. Wederom een fantastisch mooi moment om te zien hoe ze middels deze manier haar vader gedag zegt in de nacht.

Als ik ’s nachts de wagen in de schuur zet, staat er een kleine 700 kilometer op de teller. Alle materialen worden per direct aangevuld en aangezien er nog wat energie over is besluit ik nog even snel de wagen te poetsen.

Emmer water, velgen reiniger en wat anti muggen spray zorgen er voor dat mijn gele auto ook geel blijft. Toch is er iets verandert. Als ik met mijn poetslap over het spatbord van de wagen wil gaan, zie ik in gedachten de groet van dochter aan haar vader.

Het grijpt me aan en besluit deze keer het spatbord niet te reinigen, maar te wachten tot na de uitvaart. Nu hoor ik jullie denken, 'jeetje Edwin, sinds wanneer ben jij zo zweverig'? Maar voor mij was het een intens moment, die me bewust maakte van hoe waardevol afscheid nemen kan zijn. Voor mij is het heel duidelijk… Afscheid nemen, dat kan je maar 1x doen…

Afscheid nemen