Print

De ene melding is niet de andere. Beladen meldingen kunnen erg hard binnen komen en emotioneel dingen met je doen die je liever anders had ervaren. Beelden die op je netvlies blijven staan, geluiden die je blijven terug brengen naar iets onaangenaams, en zelfs geuren die voorheen heerlijk waren kunnen plotseling vervelende emoties bij je naar boven brengen.

Eerlijk zijn richting jezelf zou in sommige gevallen een oplossing kunnen bieden. Ik vind het daarom ook erg dapper van een uitvaart ondernemer die me onlangs heeft gevraagd een overledene voor hem te verzorgen en naar de ouders terug te brengen.

‘Het zit me niet lekker Edwin, het komt me te dichtbij en denk niet dat ik de ouders de steun kan geven die ze verdienen’. Zonder verder al informatie te hebben gekregen, maak ik uit zijn bibberende stem op dat het waarschijnlijk gaat om een jong slachtoffer.

‘Spelend op een skelter is een jong meisje te water geraakt, even uit het zicht van opa en oma ontglipt en vervolgens onvindbaar. Het kanaal waarlangs ze reed met de skelter beloofde niet veel goeds’. Aan de andere kant van de telefoon hoor ik mijn collega even diep ademhalen en aan het kraken van de lijn merk ik dat hij stevig met zijn handen in de hoorn knijpt.

Dit zijn van die momenten waarbij je liever 1 op 1 een gesprek met iemand hebt, gewoon een gesprek terwijl je tegenover elkaar zit. Kunnen zien hoe de ander zijn emoties beheerst of verliest, er kunnen zijn door niks te zeggen, of er juist te zijn door veel te praten.

Met de opkomst van de mobiele telefoons maakt het ‘beeld denken’ ook iets ingewikkelder. Voorheen belde deze ondernemer met een vaste lijn. In gedachten zie je de man dan zitten in zijn rook-stoel, met links naast deze stoel een rond tafeltje met een gehaakt kleedje. Op deze tafel een glazen asbak en een oude draaischijf telefoon. Waarschijnlijk zijn linker been over zijn rechter knie.

Nu –met de mobiele telefoons- heb je geen idee waar iemand zich bevind. Je probeert je te verplaatsen in zijn omgeving. Staat hij in de tuin, is zijn vrouw aanwezig voor emotionele steun, of loopt hij winkelend door de binnenstad om zijn gedachten weg te leiden van de melding?

‘Zou jij voor mij dit meisje op willen halen uit het ziekenhuis? Ze is overgebracht per helikopter, maar ondanks de snelle en vakkundige hulp alsnog overleden. Haar ouders willen haar graag thuis opgebaard hebben, maar dat kan ik op dit moment niet zo goed aan. De angst dat ik mijn klein kinderen op deze manier zou gaan verliezen is zo groot, dat het me moeite kost mijn emoties te bedwingen. Daar hebben de ouders niks aan’.

‘Bikkel’ zeg ik tegen hem. ‘Natuurlijk wil ik dat voor je doen’. Aan de andere kant van de lijn hoor je een zucht terwijl hij zich verontschuldigd. ‘Doe niet zo mal’ roep ik door de telefoon. ‘Het is juist goed dat je je grens weet en voor de familie uitermate fijn dat je voor jezelf kiest’.

Ineens is het beeld van de mobiele telefoon verdwenen en denkbeeldig zie ik de ondernemer  terug in de tijd met de vaste telefoon achterover zakkend in zijn stoel, wetend dat hij nu een sigaartje op gaat steken. Een geweldig mooi beeld.

Aangekomen in het ziekenhuis is de GGD en de politie nog aanwezig. Ze brengen me op de hoogte van het ongeval en we besluiten gezamenlijk richting het woonadres van het jonge slachtoffer te gaan. Op de gezichten van de agenten kun je de gespannenheid aflezen. Je wilt dit moment het liefst nog even uitstellen, omdat het terug geven van een overleden kind aan de ouders ook voor ons niet bepaald een vrolijke bezigheid is. Elke minuut heeft 60 seconden, maar zelfs voor ons gaat het langzaam tikken van de klok nog te snel.

Wat tref je aan, hoe reageren de ouders, zijn opa en oma aanwezig? Allemaal scenario’s die we met elkaar bespreken. Controlerend vragen we aan elkaar of iedereen er klaar voor is om vervolgens in colonne richting het woonadres te gaan. Het meisje voorop, gevolgd door een politie auto en de wagen van de GGD.

Onderweg is er geen contact, we rijden zonder omwegen naar het huisadres van het jonge slachtoffer. Nog een klein stukje, tweede weg links, daarna de eerste rechts. Mijn lichaam begint anders te reageren, klamme handen, hartslag in de oren en beken dat ik best een beetje zenuwachtig begin te worden.

Door de verkeersdrukte begin ik me af te vragen hoe ik het woonhuis ga benaderen. Ik had op het internet al even gekeken hoe de woonsituatie is, en had gezien dat een grote inrit mij de mogelijkheid zou geven om achteruit de inrit op te rijden. Echter vraag ik me af of de verkeersdrukte dit toe zal laten.

Terwijl ik hier over nadenk, word ik ingehaald door de politie wagen. De agente rechts in de wagen gebaard naar me dat alles goed gaat komen. Met uiterste zorgvuldigheid stuurt de agent de politie auto dwars op de weg en achter mij houdt de wagen van de GGD ruimte om mij achterwaarts de enorme inrit op te rijden. Een onverwacht aangenaam moment.

In de spiegels zie ik een grote familie, elkaar ondersteunend in de armen, leunend op elkaar. Op hun gezichten is duidelijk af te lezen dat de verslagenheid enorm is. Mijn wagen staat stil, voor me staat de auto van de GGD met daarachter de wagen van de politie. Dit is het moment om uit te stappen, mijn benen zijn zwaarder dan voorheen lijkt het.

Wat zeg je tegen de familie bij het uitstappen? Geef je ze direct een hand, zeg je alleen hallo, of condoleer je ze met het verlies? Lastige situaties, maar de ervaring heeft me geleerd dat dit soort dingen niet te plannen zijn en het zichzelf laat wijzen.

Ik wacht tot we met alle hulpverleners aanwezig zijn en open de grote deuren van de wagen. Wat ga ik doen, breng ik haar op de brancard naar de woning, of ben ik sterk genoeg om haar op de arm te nemen? Ik kies voor het laatste en besluit haar heel voorzichtig op de arm uit de wagen te tillen.

Een vreselijk zwaar moment. Niet qua gewicht, maar een zwaar beladen moment voor de ouders. Vader loopt bij het kind vandaan, elke stap die ik voorwaarts doe, loopt vader er eentje achteruit. Je ziet de grauwe blik in zijn ogen, opa en oma overstuur en moeders totaal verdoofd van alles wat er om haar heen gebeurd.

Vader staat inmiddels in een hoek van de kamer, nog steeds probeert hij het zien van zijn dochter te voorkomen door bij haar vandaan te lopen. Terwijl ik het meisje op haar bed leg, zie ik in mijn ooghoeken de vader als in een film in slow motion in mekaar zakken, grijpend naar zijn borst. De agenten zien dit ook en schieten de vader te hulp. De GGD arts laat moeders los en gaat op zijn knieën naast de man zitten.

De situatie is ernstig, zo ernstig dat het noodzakelijk is een ambulance te laten komen. Wie had dit verwacht? Dit zijn gebeurtenissen die niet zijn te voorspellen. Wat me verbaasde is de rust die we met z’n allen uitstraalden. De GGD, de politie en de verpleegkundigen grepen kundig in, terwijl ik zelf de zorg op me nam voor het jonge slachtoffer.

Dit was niet te oefenen, maar het was ongekend aangenaam om met deze professionals samen te mogen werken. Heel even schiet het beginnende telefoontje van mijn collega door mijn hoofd. Wat ben ik blij dat dit deze ondernemer bespaard is gebleven.

Dagen als deze heb ik gelukkig niet wekelijks. Echter geeft het een goed beeld van wat ik zoal mee maak onderweg. Het is een dankbaar beroep!

Het bericht is met toestemming van de ouders geplaatst.

Te water geraakt