Print

In mijn boek heb ik er al eens over geschreven. Huisdieren die afscheid willen nemen van hun overleden baasje. Of ze het ruiken, voelen of beleven, ik heb werkelijk geen idee, maar dat het iets met ze doet is mij in de praktijk echt wel gebleken. Zo zie ik in gedachten nog de dikke ouwe hond bij me in de voormalige ambu. Terwijl ik bezig was met een thanatopraxie, hoorde ik bij de zijdeur van de wagen iets snuffelen. Liefdevol heb ik toen de hond in de wagen getild, het baasje op de brancard iets laten zakken en de hond de gelegenheid gegeven om een lik over het hoofd van deze overleden man te geven. Als ik terug denk aan de jaren waarin ik werkzaam ben geweest, dan zijn er best veel herinneringen die bij me opkomen waarin een huisdier – al dan niet – een belangrijke rol heeft gespeeld. Het ene beestje heeft tot de dood van het baasje geleid, in het andere geval heeft de dood van het baasje tot de dood van het beestje geleid. Zonder direct iemand te veroordelen en zonder een partij te kiezen, zal ik een paar herinneringen met je delen. Als dierenvriend vind ik het opschrijven van deze herinneringen moeilijker en grijpt het mij meer aan dan praten over een vergaan lichaam. Sommige verhalen schrijf ik dan ook met tranen in mijn ogen, maar zal ze toch graag met jullie willen delen. Laat ik beginnen bij een hond die te water is geraakt. Als het baasje in de gaten heeft dat zijn hondje is verdwenen, gaat deze oudere man op zoek in de richting waar het geblaf vandaan komt. Al vrij snel heeft deze man in de gaten dat zijn hond te water is geraakt en bedenkt zich geen moment om het beestje te redden. Omstanders zien de man in het water springen die zich vervolgens door de drassige bodem een weg baant richting zijn hond. Op dit moment ziet hij niet het gevaar voor zichzelf en strooit met lieve woorden richting zijn hondje om deze op zijn gemak te stellen. Al vrij snel verandert het gezicht van deze man in zorgelijk. Hij krijgt in de gaten dat hij de controle gaat verliezen en beseft zich dat de stroming ook hem te pakken gaat krijgen. Beide vechten ze voor hun leven….. beide redden ze het niet. Als tijdens de schouw het lichaam van de man op tafel ligt, komen de emoties los. Hoeveel paniek er daar is geweest kan met geen pen worden beschreven. Daar liggen ze dan, beiden in het mortuarium. Beide op een wit laken, de man op tafel met zijn hondje ernaast. Als ik later de uitvaartverzorgster spreek, dan verteld ze mij dat het hondje samen met de man is begraven. Deze gedachte geeft me een warm gevoel en bedank haar dat ze dit op deze manier heeft kunnen regelen. Een andere herinnering brengt me naar een gezin waarin de vader is overleden. Na een lang ziekte bed is de man uiteindelijk op een natuurlijke manier aan zijn einde gekomen. De parkiet in de kamer heeft alle dagen gezongen. Na het overlijden van deze man stopte het zingen van het vogeltje. Rillend op een stokje (ik heb het met eigen ogen gezien) zat deze parkiet ineen gedoken in zijn kooi. Als ik 2 dagen later bij deze familie op thuiscontrole kom, staat er op het bed van deze man een klein houten kistje met daarin een dode parkiet. Als ik wat verbaasd naar dit beeld sta te kijken, pakt een van de dochters me bij de arm. ‘Meneer, onze parkiet is vanmorgen overleden. Hij heeft na de dood van mijn vader nooit meer gezongen en lag vanmorgen dood en bijna kaal op de bodem van zijn kooi.’ Bizar. Maar ook katten blijven mij verbazen. Als ik in een woonomgeving kom met verstandelijk gehandicapten, valt er mij direct iets op, een grote – niet te missen - poster met daarop de tekst: Vermist. Onder deze tekst staat een grote witte langharige kat op een foto afgebeeld. Nog voordat ik kon beginnen met de thanatopraxie behandeling (bloed vervangen door andere vloeistof) wordt mij door een medebewoonster in geuren en kleuren verteld dat de kat van de overledene al een paar dagen is verdwenen. Deze dame verteld het zo enthousiast en met zo veel passie, dat ik de glimlach niet van mijn gezicht kan krijgen. Geen seconde had deze dame het over de overledene, de kat was waar ze alle aandacht voor wilde. Als ik zo vriendelijk mogelijk aan haar uitleg dat ik nu toch echt wel aan het werk zou willen, laat ze mij nog snel even het mandje van de kat zien. Ze neemt me bij de hand en brengt me naar een hoek van de keuken. Wijzend met haar vinger maakt ze me duidelijk dat dat de plek is waar de kat had moeten liggen slapen. Als de thanatopraxie behandeling achter de rug is en ik samen met de ouders van de overledene haar in een wade wikkel, gaat langzaam de deur een klein eindje open. Heel parmantig en zich van geen kwaad bewust, springt er een grote witte kat op het bed van de overledene. Ze spint wat met haar pootjes in de wade en krult zich vervolgens helemaal rond, om zo heerlijk tegen het baasje in slaap te vallen. De moeder van de overledene kijkt me aan en schud haar hoofd verbazingwekkend heen en weer. ‘Nah’, zei ze met een slaak van verlichting. Niet altijd heeft de kat het voor het zeggen. Dat bleek wel uit een nagesprek met de familie op een parkeerplaats. Als ik bezig ben om mijn boodschappen in mijn privé wagen te leggen, loopt er een dame recht op me af. Heel even geef ik haar wat aandacht, om vervolgens mij te concentreren op de dingen waarmee ik bezig ben. ‘Hee Erwin, hoe gaat het’? Ik draai me om en stoot vervolgens mijn hoofd aan de zijkant van de kofferklep. ‘Hee hallo, kennen wij elkaar? Ik denk niet zo heel goed, want Erwin is met een D. Niet ErwinD, maar Edwin’. Ze lijkt mijn opmerking niet te horen en praat gewoon dwars door me heen. ‘U was bij onze moeder van 90 jaar. Weet u nog dat u haar toen met airbrush weer mooi hebt gemaakt’? Omdat ik vele overledenen op jaarbasis zie en het voor mij nagenoeg onmogelijk is om gezichten te onthouden, vraag ik haar om de kamer waarin moeder was opgebaard te beschrijven. ‘Ah, zij was die dame waarbij de poes nog op haar schoot lag te slapen, ben ik juist’. Ze kijkt me aan, zwaait wat met haar netje sinaasappelen heen en weer en bevestigd dat ik inderdaad de juiste persoon voor me heb. ‘Maar vertel eens, waar ik nou zo benieuwd naar ben, hoe gaat het met poes? Mist ze haar baasje, of merk je dat niet aan haar?’ Het zwaaien met het netje is gestopt en 1 sinaasappel valt op de grond. Ze bukt zich voorover om deze op te rapen terwijl ze onder tijd verteld dat ze de poes heeft laten inslapen. ‘Wat zegt u mevrouw, ik verstond niet helemaal wat u zei.” ‘Oh sorry, ik was zo met mijn boodschappen bezig, ik zei dat we de poes hebben laten inslapen. Ze waren onafscheidelijk en nu zijn ze opnieuw samen.’ Ik denk het nog steeds niet helemaal te begrijpen. ‘Was de poes ziek?’ ‘Nee hoor, de poes was jong en vitaal, maar omdat ze graag bij haar baasje wilde zijn hebben we haar laten euthanaseren. Ze liggen samen op het kerkhof in het zelfde graf.’ Iets leuker om te vertellen vind ik toch wel de hond op de parkeerplaats van een bejaarden woning. Als mijn gele auto staat geparkeerd, loop ik naar de entree om eerst een kijkje te nemen bij de overledene. In de hal tref ik een dame met een hond. Een hond die je absoluut niet in het donker tegen wil komen. Al lopend kom ik met deze dame aan de praat. Ze bedankt me, omdat ik een aantal jaren geleden bij hun op het huis adres een behandeling heb uit gevoerd, die ertoe heeft bijgedragen dat haar man thuis kon blijven na het overlijden. Als ik samen met haar richting de parkeerplaats loop, rukt de hond zich los van zijn baasje. Zonder te twijfelen en in 1 rechte lijn sprint de hond naar mijn gele gewassen auto. Hij rent er een keer omheen, trekt zijn rechter achterpoot omhoog en piest gewoon schaamteloos tegen de zijkant van de wagen. Alsof er niets is gebeurd gaat de hond in galop terug naar zijn baasje, waarschijnlijk was dat zijn manier om me te bedanken voor de goede zorgen richting zijn overleden baasje. De dame en ik kijken elkaar aan en proesten het uit van het lachen. Beestachtig leuk! Maar ook minder leuke verhalen spoken door mijn hoofd. Verhalen waarbij dode huisdieren zijn aangetroffen omdat de overledene te laat is gevonden. Verhongerd en verdroogd, maar ook een door de poes aangevreten gezicht van de overledene, of een kapot gelikte huid door een hond komen in mijn herinneringen niet zelden voor. Op 1 of andere manier maken de huisdieren voor mij het verhaal persoonlijker. Niet benoemd, maar wel veel gezien zijn dood gedrukte of dood getrapte mensen door koeien, stieren en paarden. Elk verhaal staat op zichzelf en heeft zijn eigen verdriet, niet alleen bij de nabestaanden, maar ook bij mij. Meer van mijn belevenissen staan beschreven in mijn boek. Nieuwsgierig? Kijk dan hier: Boek Special Death Care

Wagenpark Special Death Care